Univertaal krijgt deze zomer opvallend veel aanvragen voor kruisvertalingen. Wat betekent die vakterm? Kruisvertalingen zijn vertalingen van niet-Nederlands naar niet-Nederlands. Van Roemeens naar Spaans, van Turks naar Duits, van Frans naar Engels enz. Bijna alle beëdigd vertalers in Nederland zijn alleen bevoegd voor vertalingen vanuit of naar het Nederlands. Slechts een enkeling mag rechtstreeks vanuit een vreemde taal naar een andere vreemde taal vertalen. Maar de overgrote meerderheid niet. Dan moet de vertaling dus ‘via’ Nederlands. Er zit niks anders op.
Er moeten dan twee ‘gewone’ beëdigde vertalingen worden gemaakt: van de oorspronkelijke taal naar het Nederlands en dan van Nederlands naar de uiteindelijke taal. Dus, voor Roemeens-Spaans: van Roemeens naar Nederlands en dan van Nederlands naar Spaans. Voor Turks-Duits: van Turks naar Nederlands en dan van Nederlands naar Duits. Voor Frans-Engels: van Frans naar Nederlands en van Nederlands naar Engels. Enz.
Dit betekent dat er altijd twee vertalers aan te pas komen. Dat maakt kruisvertalingen duurder. Maar het maakt ook dat bijna alle talencombinaties mogelijk zijn. Mooi, toch?